De Traan
De Labradoodle is niet de goedkoopste hond, niet alleen in aanschaf, maar ook in het onderhoud. Een goede fokker besteedt veel tijd aan het nest, zeker als de hond voornamelijk binnenshuis gehuisvest wordt. Daarnaast vereist de vacht van een Labradoodle ook de nodige aandacht.
Lees hieronder de aandachtspunten waar je rekening mee moet houden.
Hoera, geen haren in huis, maar wel aandacht besteden aan de vacht. De vachtverzorging kost tijd en geld. Je moet een Larbradoodle minimaal 2x per week borstelen. Hiervoor heb je een juiste borstel nodig (bij iedere vachtsoort hoort een andere borstel), een kam EN een waterblazer. Dit laatste is onmisbaar voor Labradoodle eigenaren. Het blaast gemakkelijk vuil, water en/ of sneeuw uit de vacht. Wordt de hond niet regelmatig geborsteld, dan gaat hij in de klit en vervilt. De Labradoodle moet gemiddeld 1x per 12 weken naar de trimster. Ga op tijd op zoek naar een goede trimster in de buurt en maak ook als puppy al een afspraak om te laten wennen! Niet alleen de pup moet wennen, maar een goede trimster weet welke borstel geschikt is voor je hond en leert jou hoe je je hond klitvrij kunt houden. Een goede trimster kan voorkomen dat je problemen krijgt met de vacht en poten waardoor vervelende bezoekjes aan de dierenarts voorkomen kunnen worden!
Hoera, het is geen keffertje, dus gemiddeld genomen niet erg waaks. Een Labradoodle is geen waakhond. Doordat de Labradoodle een gemakkelijk karakter heeft zijn ze over het algemeen niet erg geschikt als waakhond.
Hoera, de Labradoodle houdt van gezelschap, dus is niet zo blij alleen. De Labradoodle is niet gelukkig als het lange dagen alleen thuis moet zijn. Alles is te trainen en aan te leren, maar het kan voorkomen dat de hond na een dag alleen aanhankelijk of soms zelfs vervelend kan worden. Ben je veel weg, ga dan op zoek naar een meer zelfstandig ras.
Hoera, het is geen schokop, maar wel kieskeurig. De Labradoodle is over het algemeen een selectieve eter, daarmee bedoel ik ‘Ze eten met de pink omhoog.’ De eerste reactie is ‘gewoon brokken geven’. Echter is dat niet altijd zo eenvoudig. Niet eten is in de meeste gevallen aangeleerd gedrag en kan uit verveling voortkomen. Dus afwisselen en het ‘spannend’ houden kan een oplossing zijn. Bijvoorbeeld, Gooi het voer in het gras, in een bal met een kleine opening of een snuffelmat. Labradoodles houden echt van de uitdaging.
Hoera, er komen nog niet veel erfelijke ziekten voor, maar het ras bestaat ook nog niet zo lang. Omdat de Labradoodle een kruising is, zijn er nog niet veel gezondheidsproblemen bekend. De problemen die het meeste voorkomen zijn;
- Oorproblemen. Deze sluiten de gehoorgang af. Hierdoor kan oorontsteking sneller optreden. Wees hierop bedacht, zeker met vochtige weersomstandigheden. Een goede trimster let hierop en plukt en reinigt zo nodig de oren. Je kan de oren vrij gemakkelijk zelf reinigen. Wij gebruiken zo nodig oorreiniger en zure druppels.
- Huidproblemen. Doordat de vacht niet verhaard kunnen honden problemen met de huid en/ of vacht hebben. Dit kan veroorzaakt worden door te weinig borstelen, het gebruik van verkeerde shampoo of het hebben van een allergische reactie op voeding. Doodle Geluk heeft hier geen ervaring mee. Bij gezondheidsklachten neem je altijd contact op met de dierenarts.