De Labradoodle

De Labradoodle is een prettige hond om in je huisgezin op te nemen. Zoals iedere hond heeft ook de Labradoodle zijn specifieke kenmerken. Laat je goed informeren voordat je overgaat op de aanschaf van een Labradoodle. Wij zijn 100% blij met onze keuze, maar deze is niet licht gemaakt.

Lees ook ‘de glimlach’ en ‘de traan’ voor een eerlijk beeld.

Ras

De Labradoodle is niet officieel erkend als ras en is van origine een kruising tussen een Labrador-Retriever en een Poedel. Zodra je je gaat verdiepen in de Labradoodle kom je diverse benamingen tegen. Hieronder in vogelvlucht een uitleg.

De Australiër Warry Conran bedacht in 1989 de eerste kruising, Labrador en Poedel. Dit noem je een F1. Kruis je twee F1 honden dan krijg je Labradoodle F2. Kruis je twee F2 honden dan krijg je een Labradoodle F3, enzovoort.

Er bestaan ook F1B, F2B en F3B generaties. Hierbij is een F1 Labradoodle terug gefokt naar meer Poedel. De F1B is dus 75% Poedel en 25% Labrador. Ga je hiermee verder fokken dan krijg (F1B x F1B) een F2B. In deze honden zie je meer fysieke en karakteristieke kenmerken van de Poedel terug. Je kunt ook nog meer Poedel inkuisen, dan krijg je een 1FBB (82,5 % Poedel en 17,5 % Labrador).

Bovenstaande generaties mogen niet de naam ‘Australian Labradoodle’ dragen. Meneer Conran heeft later nog andere rassen in gekruist; de Ierse Waterspaniel, de Cruly Coat Retriever, de Amerikaanse en Engelse Cocker Spaniel.

Deze honden worden officieel benoemd als Australian Labradoodles, ALF.

Deze krijg je door een Labradoodle te kruisen met een Cocker Spaniel of met een bestaande ALF. Vervolgens krijg je een ALF1. ALF1 x ALF1 = ALF2, enzovoort. Let op pas vanaf een ALF4 wordt de Australian Labradoodle officieel.

Karakter

De Labradoodle heeft een zachtaardig, energiek en intelligent karakter. Ze zijn gemakkelijk te trainen en aanhankelijk naar de baas. Over het algemeen kunnen ze goed overweg met mens en dier. Wel hebben ze hun uitdaging nodig, zowel fysiek als mentaal. Ze hebben een grote loyaliteit en ‘will to please’. Daarom zijn deze honden ook geschikt als hulphond. Ze zijn fijngevoelig.

Uiterlijke kenmerken

Labradoodles kunnen effen of tweekleurig zijn. De meest voorkomende kleuren zijn; wit, bruin, zwart, abrikoos, karamel, chocolade, rood, zilver, crème en grijs.

Ze hebben gespierde ledematen, handende oren, een smalle snuit, een breed voorhoofd, grote ovale ogen en een kuif.

Er bestaan verschillende vachtsoorten;

  • Wool. Deze vacht is als die van een lam, sterk krullend en de haren zitten dicht op elkaar,
  • Curly fleece. Deze vacht is wel sterk krullend maar meer open.
  • Wavy fleece. Deze vacht is licht krullend tot stijl en open vallend.

Er worden voor de Labradoodle drie drie afmetingen beschreven,

  • Miniatuur : 35 – 42 cm Gewicht : 7 – 13 kg.
  • Medium : 43 – 52 cm Gewicht : 14 – 23 kg.
  • Standaard : 53 – 63 cm Gewicht : 24 – 35 kg.